Auteurs: Tijl De Bie (UGent), Bert De Munck (UAntwerpen), Peter Van Humbeeck (UAntwerpen)
(Verschenen in Knack op 3 februari 2023)
Midden september 2022 lanceerden we met meer dan 100 wetenschappers #EvaluatieNu: een oproep aan de overheid om het Covid19-beleid tegen het licht te laten houden. Op 10 november 2022 kondigde Minister Vandenbroucke aan dat die onafhankelijke evaluatie er komt, en dat de OESO die zal uitvoeren. Een goede eerste stap.
Kort nadien namen we contact op met de kabinetten van Ministers Vandenbroucke, Verlinden en De Croo. Want stap twee is minstens even belangrijk: nu moeten het concrete mandaat van de OESO en de scope van de evaluatie bepaald worden. Dat moet transparant en met maatschappelijke inbreng gebeuren. Alleen zo kan de evaluatie op brede steun rekenen en de gewenste impact hebben.
Als initiatiefnemers van #EvaluatieNu hebben we natuurlijk nagedacht over hoe zo’n evaluatie er best uitziet. We konden daarvoor leren uit evaluaties in het VK, Duitsland, Zweden, Nederland, Luxemburg, Noorwegen en Australië.
Concreet stellen we zeven criteria voorop, samengevat door het letterwoord GRONDIG: de evaluatie moet Globaal, Respectvol, Openbaar, Neutraal, Doortastend, Impactvol, en Gefinancierd zijn.
Een globale evaluatie is in de eerste plaats multidisciplinair: ze overstijgt het medisch-epidemiologische en bekijkt ook de impact op onderwijs, welzijn, werk, economie, enz. Maar bovenal is ze transdisciplinair: ze onderzoekt de interferenties, overkoepelende evenwichten en trade-offs over disciplines heen. Ze onderzoekt de proportionaliteit van de maatregelen, een vraag die fundamenteel samenhangt met de relatie tussen (specifieke visies op) volksgezondheid en andere levenssferen en met fundamentele ethische keuzes.
Het is evident dat de evaluatie respectvol moet zijn. Met waardering, mildheid en begrip voor alle actoren. Ze houdt rekening met wat men toen (nog niet) wist of kon weten. Er moet aandacht zijn voor wat beter kon, maar ook erkenning van wat goed is gegaan. We pleiten voor nederigheid gelet op de onzekerheden die ook vandaag nog bestaan. Ook ruime participatie is noodzakelijk: het is essentieel zowel beleidsmakers en beleidsadviseurs als critici te horen. Zo heeft de evaluatie ook een helende functie.
De evaluatie moet daarom ook openbaar gevoerd worden. Belangrijke doelstellingen van de evaluatie zijn immers vertrouwen herstellen, polarisatie overstijgen en het leed erkennen dat velen hebben geleden, door het virus of de maatregelen. Volledige transparantie over de evaluatiekeuzes is essentieel: over welke aspecten worden bekeken, wie wordt gehoord en waarom, welke vragen worden gesteld, enz. Mechanismen om het brede publiek te betrekken kunnen bijdragen tot de legitimiteit en transparantie. Ook toegang tot alle relevante documenten en getuigenissen is essentieel.
Covid19 heeft niemand koud gelaten: iedereen was op een of andere manier emotioneel of rationeel betrokken. Dat bemoeilijkt een onbevooroordeelde evaluatie. Maar net daarom hoort ze te vertrekken van een zo neutraal mogelijk uitgangspunt. Dit vereist een breed draagvlak voor het mandaat en de scope van de evaluatie. Daarna moet de OESO in volledige onafhankelijkheid kunnen werken, zonder enige beïnvloeding. Dat belet niet dat alle belangrijke actoren gehoord moeten worden. Hun ervaringen en visie zijn immers essentieel.
Een grondige evaluatie is doortastend. Ze durft vraagtekens te plaatsen bij wat op het eerste zicht evident lijkt. Zonder taboes en met open blik, maar vanzelfsprekend altijd stevig in feiten en wetenschap geworteld, en met een langetermijnperspectief. Doortastendheid is essentieel om de polarisatie te overstijgen die de politiek, de samenleving en zelfs de wetenschappelijke wereld heeft getroffen. Zo kunnen we leren hoe een gezond tegensprekelijk debat ook in tijden van een sterk gemediatiseerde crisis in stand kan worden gehouden.
Zelfs de beste evaluatie is zinloos als die niet impactvol is. De resultaten mogen niet vrijblijvend zijn. Het beleid moet zich bij aanvang van de evaluatie engageren om de resultaten ernstig te nemen. Daarbij is een juiste mindset essentieel: de evaluatie moet dienen om lessen te trekken voor de toekomst, niet om schuldigen uit het verleden aan te wijzen.
Tot slot moet een grondige evaluatie voldoende gefinancierd zijn. Naast middelen voor de OESO zal de evaluatie ook loyale medewerking vragen van alle betrokkenen, in alle maatschappelijke geledingen en op alle bestuursniveaus. Maar een grondige evaluatie is een investering in de toekomst, geen nodeloze kost.
Op 15 december 2022 hebben we deze GRONDIG-criteria toegelicht aan medewerkers van premier De Croo en Minister Vandenbroucke, en zijn we met hen in dialoog gegaan. We spraken tevens ons vertrouwen in het OESO-team uit, maar argumenteerden ook dat de Belgische evaluatie volgens die criteria op enkele vlakken beter moet dan de evaluatie van het Luxemburgse beleid die de OESO eerder afrondde. Zo was er daarin te weinig aandacht voor de impact van sanitaire maatregelen (vanuit biomedische overwegingen) op andere levenssferen, zeker ook op de langere termijn, en dus voor de proportionaliteit van het overheidsingrijpen. De fundamentele ethische en juridische discussies waaraan dit raakt, werden helemaal niet aangesneden.
Sindsdien bleef het echter stil. Uit het verslag van de kamercommissies binnenlandse zaken en volksgezondheid van 17 januari 2023 blijkt echter dat men wel degelijk verder heeft gewerkt. De ‘terms of reference’ die de scope van de evaluatie bepalen, zijn intussen politiek vastgelegd in de beslotenheid van het Overlegcomité, zonder veel overleg of transparantie. Ook van onze andere suggesties vinden we jammer genoeg weinig terug. En zo begint de evaluatie onder een slecht gesternte.
We kijken er dan ook naar uit om de dialoog snel terug op te pikken. Want alleen door te investeren in een brede consultatie van bij de start, kan de nodige maatschappelijke steun worden gevonden en kan de evaluatie de gewenste impact hebben.